Archiefstuk van de Week Naar Index Naar Begin Pagina

 

Het oudste kerkorgel van Ridderkerk staat in Rijsoord.
De oudste kerkorganist van Ridderkerk bespeelt dit orgel (1982)

Als we de kranten lezen en als ze dan schrijven onder kerkorgels kunnen we ons verbazen over het feit hoeveel honderden jaren oud sommige van deze instrumenten wel zijn. Als we dan hierboven vermelden dat het oudste kerkorgel van Ridderkerk in Rijsoord staat, dan wil dat nog niet zeggen dat het ook tot de oudsten van Nederland behoort. Het orgel in de Hervormde Kerk van Rijsoord werd geplaatst en in gebruik genomen in 1864 en is dus 118 jaar oud. De kerk is dit jaar 150 jaar en men zou dus kunnen vragen: Hoe ging het zingen dan voor die tijd? Nu dat was zo: De schoolmeester, die onderwijs aan de kinderen moest geven en tegelijk ook koster was en dus de kerk moest schoonhouden, had ook als taak de kinderen te leren zingen. Hij had ook opgekregen om op zaterdagsmiddags naar de pastorie te gaan om bij de predikant een briefje te halen waarop vermeld stond welke liederen deze op zondag in de diensten wilden laten zingen.

Hij kon ze dan thuis van tevoren instuderen en ze in de kerk in de diensten voorzingen. Nu is het een keer gebeurd, dat de predikant en de onderwijzer in de week nogal woorden met elkaar hadden gehad en dat de dominee tegen de meester had gezegd: Je blijft voortaan bij mij buiten de poort. De meester heeft zich aan het bevel gehouden en bleef zaterdagmiddag thuis en zat zondag wel in de kerk, maar bleef zitten. Of er toen toch gezongen werd vermeldt het notulen boek niet. Wel dat de ruzie is bijgelegd en de volgende zondag ging de dienst weer als gewoonlijk.

Zoals reeds vermeld werd het kerkorgel in 1864 in gebruik genomen. Nu is het jammer genoeg, dat er in het archief niet veel is bewaard. Er zijn geen brieven of zelfs geen rekening van te vinden. Zelfs de bouwer is wat dat betreft onbekend. Een plaatje op de speeltafel van het orgel zegt ons, dat het een Bätz-orgel is en Bätz had in die tijd en nu nog een heel goede naam. Bij een controle vanwege de orgelcommissie in de Ned. Hervormde Kerk noemde de Heer Besselaar, destijds organist op het orgel van de grote kerk in Rotterdam, het orgel in de Hervormde Kerk van Rijsoord één der beste uit de omtrek.
In het notulenboek van 16 juni 1863 kunnen we lezen dat ds. Overman, destijds predikant in Rijsoord, het voorstel doet om een orgel in de kerk te plaatsen en dit voorstel wordt aangenomen. Erg eenvoudig, maar we kunnen natuurlijk wel aannemen dat er op de vergadering en daarbuiten veel gepraat en gehandeld zal zijn, want het was toch wel een belangrijk besluit en er was voor die tijd een flink bedrag mede gemoeid.

Er is een Commissie benoemd om de zaak verder uit te werken en de hulponderwijzer werd ter vergadering geroepen, omdat hij organist zou worden en daarbij werd hij verplicht om drie leden der gemeente het orgelspelen te leren. Het orgel en de te maken galerij, het schilderwerk en dergelijke gaat bij elkaar ongeveer f 3.300, - kosten en er moet geld voor worden geleend. Op zondag 24april 1864 kan het orgel worden ingewijd in de morgendienst, 's middags zal er een orgelbespeling zijn door de Heer Paling uit Rotterdam. Wie aanwezig wil zijn krijgt bij de koster voor een kwartje een toegangskaartje hiervan worden er 226 verkocht. Er was een organist benoemd, maar ook een orgeltrapper, electriciteit was er nog niet, en deze man moest dus voor de nodige lucht zorgen. Dit duurde tot 1922, toen werd er een motor geplaatst. In 1923 breekt er brand uit in de kerk. Er ontstaat grote schade aan het interieur en ook het orgel deelt hierin mede. Alles word grondig hersteld en op het orgelfront plaatst men het jaartal 1923. Sommigen, vooral gasten, denken dat dit het bouwjaar van het orgel is, dat is dus niet juist en in zekere zin had die datering niet moeten plaatsvinden.

In 1929 wordt een nieuwe trompet aangebracht, in 1951 vindt een restauratie plaat door de Fa. de Koff uit Utrecht, in 1957 zorgt de orgelbouwer Verduyn uit Slikkerveer voor reparatie en schoonmaak, in 1963 is er een uitgebreide revisie. Het belangrijkste is wel hetgeen in 1973 geschied.
In dat jaar neemt de orgelbouwer J.L. van den Heuvel uit Dordrecht, die ook het orgel in de Singelkerk bouwde, het instrument danig onderhanden en maakt het weer als nieuw in de geest van de eerste bouwer. De kosten bedragen dan f 18.000,-. Vergelijken we dit bedrag met de aanschafprijs in 1863, dan ligt daar wel een flinke stijging in. Op 17 oktober 1973 wordt het orgel dan weer in gebruik genomen en bespeeld door de bekende organist Feike Asma. Als we de lijst van organisten bekijken, dan vinden we daar echte Rijsoordse namen en zien o.a. C. van Nes en P. Klootwijk (1866-1869), D. Staat (1922 – 1928) en zo komen we vanzelf terecht bij de tegenwoordige organist: de heer H. RIJNSAARDT.

Deze werd organist in 1929 en speelt tot nu toe. Dat wil zeggen al 53 jaar en hij moet dus wel meer dan 5000 maal naar Rijsoord gegaan zijn, lopende, fietsende, per motorfiets en per auto. Hij speelt nu bij zijn negende predikant en kreeg van talloze gastpredikanten het briefje met de te zingen liederen. 'Maar dan een halve eeuw kerkorganist en het lijkt mij juist als de heer Rijnsaardt ons in deze rubriek eens zou vertellen van "zijn" orgel en van zijn vele ervaringen op het gebied van kerkzang en kerkorgels.    

Dit artikel werd geschreven door de heer C. Boot en stond in de Combinatie van 21 oktober 1982.

Pagina Omhoog