Archiefstuk van de Week Naar Index Naar Begin Pagina
Archief: 2930-001-030


 ROMEINSE SCHERVEN IN POLDER WOUDE


Uit de kring van onze donateurs krijgen wij vaak reacties op deze rubriek. Zo ontvingen wij een heel interessante brief, die wij praktisch onveranderd hier laten volgen en die wij gaarne in uw aandacht (en zo mogelijk ter navolging) aanbevelen.

Toen mij man en ik op 3 oktober jl. over de Ringdijk reden, zagen we dat er al voorbereidselen waren getroffen voor de aanleg van de ringbaan die vlak langs de opgemetselde muren van Huis te Woude zal komen te liggen en aansluiting zal geven op de Rotterdamse weg. Wij besloten eens een kijkje te gaan nemen langs de zo juist uitgegraven sloten. Bij graafwerkzaamheden op de Kievitsdonk en in het Reyerpark hadden we enkele jaren geleden namelijk al eens middeleeuwse scherven gevonden. Deze grote bergen rivierklei met wat zand en veen gaven ons niet veel hoop dit keer wat aan te treffen.
Vlak achter de volkstuinen die naast de overblijfselen van .Huis te Woude liggen, viel ons oog echter op wat vettere, donkere klei, waarin veel houtskool zat. Toch bepaald geen plaats voor een gezellig barbecueavondje!

We sloegen wat hompen klei kapot en tot onze verbazing vielen daar allerlei soorten scherven en beenderen uit. Op één der scherven was heel flauw het reliëf van een rennend hondje te herkennen. Andere scherven waren geel of glimmend roodbruin of zwart. Sommige heel dun (1 mm) andere erg grof (10 mm).
Op een enkele scherf stonden afdrukken en strepen. We hebben zoveel mogelijk scherven en kluiten klei verzameld en het bureau voor Oudheidkundig.  Onderzoek van de gemeente Rotterdam bevestigde enkele dagen later ons vermoeden dat het hier aardewerk betrof uit de tijd dat de Romeinen met afwisselend succes een deel van ons land bezet hielden (ruwweg dus ongeveer 50 vóór Chr. tot ca. 360 na Chr.).

Er zijn foto's en tekeningen gemaakt, van de zijkant van de uitgegraven sloot, gelukkig nog net voordat deze vol water liep. Het materiaal wordt bestudeerd, maar het zal nog wel even duren voor we wat over de resultaten kunnen lezen. Wat achtergrondinformatie:
In de Romeinse tijd woonde er in het westen van Nederland een toenemend aantal mensen op de strandwallen, oeverwallen én stroomruggen. Waar de uitgestrekte veengebieden door stroompjes ontwaterd werden, konden zich soms ook wel mensen vestigen. Langs de (Oude) Rijn werden legerplaatsen gevestigd.

Die vormden een stimulans voor de ontwikkeling van landbouw, veeteelt, ambachten en handel. Plaatselijke pottenbakkers gingen hun aardewerk op de draaischijf vervaardigen. Het bruinrode en zwarte glanzende aardewerk, terra sigillata en terra nigra werd ingevoerd uit Noord-Italië, later uit Frankrijk en het Moezelgebied.
                                                                                 
Dit artikel verscheen eerder in De Combinatie van 3 december 1981 en is van de hand van Els de Winter-Peekel

Pagina Omhoog