Bolnes
Het was wel niet de gehele bevolking van Bolnes die hier breeduit ter wille van een foto het wegdek in beslag neemt, maar het illustreert wel duidelijk de gezapige rust die er toen op de dijk nog heerste. De opname zal geweest zijn in de 30-er jaren toen er slechts af en toe een bus passeerde en het overige autoverkeer nog niet zo veel voorstelde.
De mensen maakten veel gebruik van de stoomboten der Reederij op de Lek en de Reederij Fop Smit & Co, die beide hier in de buurt een aanlegsteiger hadden. In 30 minuten bereikte men Rotterdam bij het Maasstation aan de Oosterkade, na slechts éénmaal, in Kralingsche Veer, te hebben aangelegd. Op zaterdagmiddagen waren de boten afgestampt, want dan werden de wekelijkse boodschappen op de Hoogstraat gehaald (lopend) wat voor de krappe beurzen een niet onaanzienlijk voordeel betekende. Ook toen was er een crisistijd met vrij veel werklozen en heel weinig dubbeltjes.
Vooral de grotere gezinnen hadden het extra moeilijk. Het terrein aan de rechterkant van de kaart was van scheepswerf Gebrs. Pot. In het midden en links kunt u in de lucht hoge bokken onderscheiden van Boele en daar tussen in is de schoorsteen zichtbaar van het poldergemaal Dirk Maaskant. Van alle huizen op de foto zult u er niet één meer aantreffen en de kleuters zijn inmiddels groter geworden. De naam Bolnes behoort tot de oudste veldnamen in de gemeente. In een contract dat op 26 juli anno 1441 in Dordt werd ingeschreven komen Godschalk Oem van Wijngaarden, ambachtsheer van Oost-IJsselmonde en Heynric van Haarlem als dijkgraaf van Ridderkerk (mede namens andere betrokkenen) overeen dat zij hun dijken zullen aaneensluiten. De betreffende passage luidt in de originele spelling: "... als vander nyewer dijckaedsen die die van Ryederambacht meynen mit hulpen Gods te beginnenende aen den dijck vandenoestambacht van Yselmonde te brenghe ende te sluyten;
Dats te weten dat die van Ryederambocht sullen moghen hoeren dijck brenghe ende haecken aen den oestdijck die die van Yselmonde aldair geleyt ende gedijct hebben. Dats te verstaan vander Merwede zijde bij Bolnesse an dat een eynde ende an Jan Bartoutsoons worff ant ander eynde. enz." Verder werd afgesproken dat de Middeldijc, strekkende van Jan Bartoutszopn tot Bolnesse an die Marwede (nu Dijksie genoemd) door elk der partijen naar believen mochten worden verhoogd of verbreed mits opten ouden barm dair den dijc nu op leyt.
Als Riederambacht de dijkage niet zou voleindigen voor de 1e mei 1442, zou de overeenkomst vervallen, maar die omstandigheid heeft zich niet voorgedaan. Toch had Ridderkerk een strop aan het niet verhogen van Dijksie, want reeds in 1446 brak de IJsselmondse Hordijk in en raakte ook daardoor Nieuw Riederwaard mede overstroomd. Deze gebeurtenis was er de oorzaak van dat voortaan IJsselmonde en Ridderkerk samen de zeewaterkering zouden onderhouden en de schouw op de Hordijk voor gezamenlijke rekening werd gedreven. Dat is tot in onze dagen het geval gebleven.
Dit stukje verscheen eerder in De Combinatie van 20 oktober 1983 en is geschreven door J. van der Es |