Archiefstuk van de Week in 2008 Naar Index Naar Begin Pagina

Werf Gebroeders Pot

Archief: 1022.100.018


Wie waren de “Gebroeders Pot”?
Wie kent niet het door Joost van Beek geschreven boek “Het opgaan, blinken en verzinken van een dynamisch bedrijf”? Een prachtig boek, gewijd aan de scheepswerf van Boele Bolnes. In de aanloop van het boek, op de bladzijden 8 en 9, vraagt de schrijver zich af welke gebroeders er schuilgaan achter de scheepswerf “Gebroeders Pot”. Zijn dat Arie en Jan Pot òf zijn dat Hendrik en Pieter Pot?

In dezelfde periode dat ik het boek las, bracht ik bijna wekelijks een bezoek aan het archief van de stad Vlaardingen voor genealogisch onderzoek. Van vaders- en moederskant zit de geslachtsnaam Moerman veelvuldig in mijn voorgeslacht. Veel van hen zijn terug te vinden in Vlaardingen. Op één van mijn speurtochten ontdekte ik dat twee verre achternichten Moerman, in 1893 en 1894, in Vlaardingen huwden met twee broers met de geslachtsnaam Pot, beide heren waren reder van beroep en geboren in Ridderkerk. De vader van beide mannen heette Joost Pot.

Er begon een klein lampje bij me te branden. Had ik van mijn vader, heel zijn leven in de scheepsbouw gewerkt en een grote belangstelling voor geschiedenis, niet allerlei verhalen gehoord over die geweldige Joost Pot die ooit in Slikkerveer een scheepswerf begon en daarna op gevorderde leeftijd Slikkerveer verliet om in Vlaardingen een rederij te beginnen in de haringvisserij?

Zouden deze twee feiten iets met elkaar te maken hebben?

Ik communiceerde daar wat over met archiefmedewerkers ter plaatse. Behulpzaam knikkend verdwenen ze in het archief. Even later had ik de “Fragmentarische Memoires der Potters, gedateerd november 1955” voor me liggen. Het zijn de memoires van Frank Pot (1881-1957), een kleinzoon van genoemde Joost Pot. Het beschrijft - hoe cynisch - het opgaan, blinken en verzinken van de rederij Pot in Vlaardingen. En net als Joost van Beek gedaan heeft, beginnen de memoires met een inleiding tot het eigenlijke verhaal. En ik begin te lezen:

“Omstreeks het midden van de vorige eeuw en de daaropvolgende jaren leefden en werkten in een kleine plaats aan de rivier, achter Rotterdam en naast elkander twee hard werkende mannen. Beiden waren afkomstig van de Lek en de Noord, juist daar waar de beide rivierarmen zich in de Maas oplossen.
De eerste, van naam Joost Pot, was geboren omstreeks 1812 en huwde omstreeks 1846 met Adriana Lagendijk, die omstreeks 9 jaar jonger was.
Het juiste jaar waarop hij van de Lek naar Slikkerveer was gekomen is mij niet bekend. Ik kan alleen zeggen dat hij voor zijn tijd een bekwaam scheepsbouwer moet geweest zijn en van gegoede familie afstamde. Het terrein waarop hij zijn schepen bouwde, zal omstreeks 100 meter diep zijn geweest en strekte zich even ver of misschien iets meer, uit langs de rivieroever en dus ook langs de dijk.

In die tijd was Slikkerveer nog een onbekend landelijk plaatsje, want naar mijn weten was Joost Pot de eerste industrieel die zich daar vestigde.
Een paar kilometer stroomafwaarts, te Bolnes, vestigden zich zijn beide broeders eveneens als Scheepsbouwers, Piet en Hendrik Pot, terwijl twee zusters, Peternella, alias tante Pietje, en Julia met deze broers waren meegekomen. Want Piet en Hein Pot waren niet getrouwd en zijn ook ongetrouwd gebleven. Hun zaak bestaat heden ten dage nog onder de oude naam van Gebrs. Pot, hoewel de latere firmanten uit de vrouwelijke lijn van tante Pietje zijn voortgekomen.”

Joost van Beek heeft mij in 1997 verzekerd dat er bij een eventuele volgende oplage aandacht besteed zal worden aan deze nieuwe gegevens.

Dit artikel verscheen eerder in De Combinatie van 2 februari 2006 en is van de hand van Sim Mostert

Pagina Omhoog