Maasgezicht.
Het bovenstaande plaatje is een opname van omstreeks 1930. Het toont u de Nieuwe Maas ter hoogte van de werf Schram in Bolnes met op de achtergrond het buitenbos van Huys ten Donck en op de voorgrond één der machtige raderstoomboten van de Reederij op de Lek. Die maatschappij oefende toen al meer dan 3/4 eeuw haar vaste diensten uit voor personen- en goederenvervoer (en vee niet te vergeten!) tussen Rotterdam - Schoonhoven - Culemborg. In de zomer zelfs enkele jaren tot Wijk bij Duurstede en zij was dan vooral geliefd bij de stedelingen van Den Haag en Rotterdam. De onderneming was in 1857 opgericht door enkele leden van de bekende scheepsbouwerfamilie Smit en hun relaties en was oorspronkelijk opgezet in de vorm van een rederij met 18 porties. Op 1 juli 1896 werd die omgezet in een N.V.
Na een heel bescheiden begin met één tweedehands stoombootje bleek het op de duur mogelijk de vloot regelmatig uit te breiden. In het begin van onze 20e eeuw waren er vier grote raderboten in de vaart, genaamd de Krimpen aan de Lek, Schoonhoven, Vreeswijk en Culemborg met dien verstande dat per traditie de oudste boot altijd de Krimpen aan de Lek was en de nieuwste de Culemborg (spreek uit Kuilenburg). Als er een nieuwe boot werd aangeschaft en een oude afgedankt, verschoof de hele naamgeving. Dat ging zo door tot in 1903, toen de nieuwe aanwinst gewoon De Lekboot ging heten en als er in 1912 weer een nieuwe boot in de vaart komt vervalt de traditionele naamgeving en worden de boten genummerd van1 t/m 6. Maar natuurlijk bleven de bemanningen en de veerlieden nog lang daarna de oude namen gebruiken.
Zo gaat dat immers.
Een andere traditie was dat deze raderboten gebouwd werden op de werf van J.& K. Smit te Krimpen a.d. Lek. Hierop was slechts één uitzondering nl. de no. 5, die in Vlissingen gebouwd werd bij werf De Schelde. Maar de grote man aldaar was toen de in Slikkerveer geboren Arie Smit, kleinzoon van Fop Smit, en op die manier bleef het toch in de familie. Dat was in1903.
Deze raderboten hadden een niet geringe capaciteit. De no. 4 (ex 'Culemborg') en de no. 6 stonden te boek voor 1200 passagiers. De no. 5 voor 1000.
Het is echter voorgevallen dat er bij een aankomst in Rotterdam kort na de bevrijding in 1945 niet minder dan 1600 passagiers ontscheept werden! Het was een tijd dat de concurrerende bussen en ook de treinen nog niet tot een volledige dienstuitvoering konden komen door gebrek aan voertuigen en materialen. Maar de gulden tijd voor de logge stoomboten was voorbij en die ontwikkeling was trouwens voor de oorlog al in gang gezet. Immers in 1935 al had de rederij Fop Smit & Co tot stopzetting van haar stoombootdiensten tussen Rotterdam - Dordrecht - Gorinchem moeten besluiten omdat de wedijver met de bussenwereld niet vol te houden was.
Dit artikel uit het archief van de Stichting Oud Ridderkerk werd in 1985 geschreven door de bekende amateur-historicus J. van der Es |