Archiefstuk van de Week Naar Index Naar Begin Pagina

Het rijwiel van de veldwachter

Het was op 12 september 1903, dat de veldwachters Klaas den Ouden, Dirk Laverman en Hendrik Joosse zich met een adres tot de gemeenteraad wendden, waarin zij beleefd verzochten hun jaarwedde als veldwachter van deze gemeente "wel in overweging te nemen" en nader te willen regelen.

Daarin werd gewezen op de beloningen van de veldwachters in de naburige gemeenten, welke allen f 500,- 's jaars en daarboven bedroegen.
In Alblasserdam f 550, - met f 50, - voor kleding; In Sliedrecht f 550,- met twee vijfjaarlijkse verhogingen tot f 600,- met vrije uniform en schoeisel;

In IJsselmonde f 500,- met f 50,- voor kleding en vrije woning;
In Zwijndrecht f 500,- met f 50,- met vrije kleding, vrije geneeskundige hulp en voor ieder het gebruik van een rijwiel.

Daarentegen genoten zij een jaarwedde van f 480,- en f 50,- voor kleding, terwijl zij voor huishuur tenminste f 65,- per jaar moesten betalen zonder het vooruitzicht van een verhoging voor vijf- en meerjarige diensttijd.

Veldwachter Klaas den Ouden
 


De werkzaamheden waren in deze bevolkte en uitgestrekte gemeente steeds toegenomen. Dat vloeide voort uit de wetten, die in de laatste tijd in werking waren getreden zoals de Arbeidswet, de Ongevallenwet, de Leerplichtwet, enz. Veldwachter den Ouden had reeds op eigen kosten een rijwiel aangeschaft, waarbij hij ook gaarne enige tegemoetkoming verlangde. Dit adres werd door de gemeenteraad eerst in comité behandeld. Toen was gesproken over een weddenverhoging van f 20, - en een toelage van f 30, - voor een rijwiel. In de raadsvergadering van 14 oktober 1903 werd bij de behandeling van de begroting voor het jaar 1904 bij de posten jaarwedde en kleding van de veldwachters hierop teruggekomen.

De voorzitter zou aan de veldwachter, die op het Dorp gestationeerd was, een toelage van f 40,- voor het aanschaffen van een rijwiel willen geven. Voor de anderen vond hij dat minder nodig. Voor de huishuur zou hij aan elke veldwachter f 50,-willen toekennen.
Verscheidene leden vonden het niet nodig op het in comité behandelde terug te komen. Een rijwiel werd doelmatig geacht met het oog op de surveil­lance in de polders tegen allerlei baldadigheden en erger. Voorgesteld werd de jaarwedde van elke veldwachter met f 20,- te verhogen. Aan iedere veldwachter die een rijwiel wenste aan te schaffen, zou een toelage van f 30,- worden gegeven. Daaraan was echter de verplichting van gebruik en onderhoud verbonden. Wanneer het rijwiel van de hand werd gedaan en geen nieuwe werd aangeschaft, moest de toelage in de gemeen­tekas worden teruggestort. Dienovereenkomstig werd besloten.

In de raadsvergadering van 7 september 1904 kwamen de reparatiekosten van een rijwiel ter sprake. Aan veldwachter Dirk Laverman was, ingevolge het raadsbesluit van 14 oktober 1903 een bedrag van f 30,- voor het aanschaffen van een rijwiel uitgekeerd. Sedertdien voor de uitgave van ruim f 20, - voor nieuwe banden. Naar voren werd gebracht, dat geen aanspraak op onderhoudskosten kon worden gemaakt. Toch bleek uit de bespreking, dat de gevoelens in deze zaak uiteen liepen. Ook gingen er stemmen op om de onderhoudskosten voor rekening van de gemeente te nemen. Besloten werd om voor ditmaal en voor het laatst de helft van de kosten ten bedrage van f 10, - te vergoeden.

Van veldwachter Dirk Laverman kwam in de raadsvergadering van 11 oktober 1905 een verzoekschrift ter tafel. Daarin wees hij erop, dat voor het aanschaffen van een rijwiel ten dienste van de gemeente Ridderkerk een toelage van f 30,- was toegekend. Sedert die tijd was gebleken, dat het rijwiel goede diensten voor het uitoefenen der surveillance had bewezen. De laatste tijd had hij nogal onkosten gehad. Maar nu werd het gevaarlijk het te berijden. Hij verzocht dan ook om een ander rijwiel. Tevens verzocht hij om de betaalde reparatiekosten terug te mogen ontvangen en deze in het vervolg voor rekening van de gemeente te nemen, omdat hij dat van zijn tractement onmogelijk kon betalen. Het gedane verzoek gaf, in verband met de bepalingen van het raadsbesluit van 14 oktober 1903, aanleiding tot een breedvoerige discussie. Het werd niet billijk gevonden, dat de veldwachters de onderhoudskosten moesten betalen.

De gemeente moest het doen. Wilde men, dat ze een rijwiel bezaten, dan moesten die rijwielen als gemeente-rijwielen worden beschouwd. Eén van de leden stelde voor om het besluit van 14 oktober 1903 in te trekken en één of meer rijwielen voor rekening van de gemeente aan te schaffen. Bij de stemming bleken de stemmen te staken, zodat het voorstel in de volgende vergadering weer aan de orde moest worden gesteld.
Het voorstel werd in de raadsvergadering van 15 november 1905, op verzoek van één der leden, door de voorsteller in twee delen gesplitst a. Intrekken van het besluit van 14 oktober 1983; b.  te besluiten om één of twee rijwielen door de gemeente te doen aanschaffen. Bij de stemming werd het intrekken van het besluit van 14 oktober 1903 aangenomen, terwijl het aanschaffen van één of twee rijwielen door de gemeente verworpen werd.
Toen werd voorgesteld één rijwiel aan te schaffen en het onderhoud voor rekening van de gemeente te nemen. Dit voorstel werd aangenomen.

Dit verhaal werd eerder door de Stichting Oud Ridderkerk gepubliceerd in de Combinatie van 10-03-1983 en werd geschreven door J.W.A. van der Blom

Pagina Omhoog